Nu het Centrumplan even in de ijskast staat en langzamerhand de status diepgevroren inglijdt, is er weer tijd en ruimte om ons op de plannen voor de Brede School in Mill te storten. Hebben de noodzakelijkheid van een te stedelijk centrumplan met meer winkels en veel appartementen mij nooit kunnen overtuigen, dat er een oplossing moet komen voor de situatie van de scholenhuisvesting zoals die nu is, lijkt me echter overduidelijk.
Terecht heeft AB'90 om meer onderzoek gevraagd naar het aanwezige draagvlak voor de plannen van een brede school aan de Langenboomseweg. Centralisatie van alle onderwijsvoorzieningen in Mill mag dan wel financieel aantrekkelijk zijn, is het dat ook voor alle kinderen die daar uiteindelijk gebruik van moeten maken? Wat vinden de huidige en toekomstige ouders van schoolgaande kinderen in Mill daar van? Logisch dat zoiets vooraf goed bekeken moet worden, al was het alleen maar om ontevredenheid en gemopper achteraf te voorkomen.
Maar wat heeft zo'n draagvlak-onderzoek voor zin als er behalve de huidige situatie nauwelijks alternatieven zijn? Een gedegen onderzoek naar andere mogelijkheden heeft tot nu toe nog niet echt plaatsgevonden. In ieder geval niet door de gemeente die zo'n onderzoek officieel zou moeten initiëren.
Wel is er op dit moment een redelijk plan te lezen op de website van AB'90. Daarin is in ieder geval het draagvlak-onderzoek van deze partij verwerkt. Een onderzoek dat uitgebreider zou moeten worden uitgevoerd door het gemeentebestuur.
Helaas zal dat onderzoek er wel niet komen. Uit een betrouwbare, maar niet nader te vermelden bron ontving ik deze week de letterlijke tekst van een brief van alle betrokken partijen (lees stichtingsbesturen en management) van een nieuw te bouwen brede school. Het betreft een schrijven waarmee invloed uitgeoefend moet worden op de besluitvorming van de leden van de gemeenteraad voor de vergadering van 6 september 2007. De exacte tekst luidt:
"Geachte leden van de gemeenteraad,
Het bestuur en management van:
- De stichting openbaar onderwijs A-73
- De stichting primair onderwijs Peelraam
- De stichting voor KO en BSO Ikke
- Kwartet stichting peuterspeelzalen Mill en St. Hubert
Gehoord de commissievergadering op 21 augustus j.l.
Geven u graag het volgende in overweging mee voor het overleg van de gemeenteraad op 6 september aanstaande.
- De bij de vorming van de brede school betrokken partijen ondersteunen unaniem de voorgestelde vorming van een brede school en de voorkeur voor de gekozen locatie.
- Er is de afgelopen periode in vele overleggen in de stuurgroep en binnen de organisaties zelf een toekomstvisie en bereidheid tot intensieve samenwerking ontstaan die we graag realiseren op 1 locatie.
- Door onderlinge afstemming van onze werkzaamheden en gezamenlijk benutten van accommodaties wordt de kwaliteit van de opvang van kinderen van 0 tot 12 en op deze locatie tot ca. 16 jaar sterk verbeterd.
- Tevens zijn aantrekkelijke combinaties met de sportvoorzieningen voor o.a. Buitenschoolse opvang en (buiten)schoolse activiteiten voor alle kinderen mogelijk.
Draagvlak.
Tijdens de commissievergadering bleek het aanwezig zijn van draagvlak een belangrijk onderdeel van de vragen en discussie. Draagvlak voor de vorming van een brede school en huisvesten van deze in een multifunctionele accommodatie is voor alle betrokkenen van groot belang. Aan draagvlak is de afgelopen periode door alle betrokken partijen, onder leiding van de wethouder, in de stuurgroep zeer hard gewerkt. In plaats van draagvlak kan misschien beter gesproken worden van "draagvlakken" . Hier mee wordt beter duidelijk dat er sprake moet zijn van draagvlak bij meerdere partijen die allemaal hun eigen afwegingen en belangen hebben, de verschillende stichtingen, ouders, personeel, omgeving, toekomstige klanten, gemeenteraad etc. Tevens kan draagvlakken gezien worden als een werkwoord. Aan draagvlak werk je, binnen alle organisaties door mensen bij overleggen te betrekken en hun argumenten en belangen in de besluitvorming mee te nemen. Dit vereist een zorgvuldig proces en dit is voor het bestuur en management van de deelnemende stichtingen het dagelijkse werk. Het meten van draagvlak bij mensen die nog niet goed geïnformeerd zijn of er minder bij zijn betrokken wil je met name dan als je iets bij voorbaat niet door wilt laten gaan. Dat is niet onze intentie en naar we aannemen ook niet die van de gemeenteraad.
Het werken aan draagvlak en het proces t.a.v. Advies en instemming bij belangrijke besluiten is de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van elke stichting afzonderlijk. Uitgebreide wetgeving zoals voor het onderwijs (WMS) en reglementen worden hierbij gevolgd. Dit is waar met name de beide onderwijsstichtingen in de stuurgroep wethouder Wijdeven en ICS-adviseurs op attent maakten toen de vraag naar draagvlak vanuit de Raad aan de orde kwam. Het bevoegd gezag van de stichtingen is vertegenwoordigd in de stuurgroep, zij vertegenwoordigen formeel de organisatie in het geheel. Bij de wethouder en het bestuur en management van de organisaties staan bij beleidvorming en besluiten uiteraard de belangen van de ouders en kinderen en personeel, huidige en toekomstige, centraal. Gezien de unanimiteit binnen de stuurgroep t.a.v. De voorgestelde plannen en draagvlak binnen onze organisaties is er sprake van een groot draagvlak bij, de voor besluitvorming relevante en voor de realisatie verantwoordelijke, partijen.
In de hoop dat u het standpunt van ondergetekenden wilt betrekken in uw besluitvorming,
Hoogachtend,
Drs J.T.J. Bouwhuis namens Stichting openbaar onderwijs A-73
Dhr. L. Van der Mark namens Stichting Primair Onderwijs Peelraam
Mevr. M. Moors namens IKKE Stichting Kinderopvang Mill
Dhr. H.P.W.M. Strik namens Stichting Thuiszorg Brabant Noordoost
Mevrouw C. Van Leeuwen namens Kwartet Stichting Peuterspeelzalen Mill en St. Hubert"
Formeel lijkt dit op een correcte uitvoering en uitkomst van een inspraakprocedure. Maar de vraag is: Bent u hierover wel goed geïnformeerd? Hebt u uw stem hierover kunnen uiten? Oftwel: Wat vinden de ouders van Mill nu echt van één groot onderwijscomplex aan de Langenboomseweg?
Terecht heeft AB'90 om meer onderzoek gevraagd naar het aanwezige draagvlak voor de plannen van een brede school aan de Langenboomseweg. Centralisatie van alle onderwijsvoorzieningen in Mill mag dan wel financieel aantrekkelijk zijn, is het dat ook voor alle kinderen die daar uiteindelijk gebruik van moeten maken? Wat vinden de huidige en toekomstige ouders van schoolgaande kinderen in Mill daar van? Logisch dat zoiets vooraf goed bekeken moet worden, al was het alleen maar om ontevredenheid en gemopper achteraf te voorkomen.
Maar wat heeft zo'n draagvlak-onderzoek voor zin als er behalve de huidige situatie nauwelijks alternatieven zijn? Een gedegen onderzoek naar andere mogelijkheden heeft tot nu toe nog niet echt plaatsgevonden. In ieder geval niet door de gemeente die zo'n onderzoek officieel zou moeten initiëren.
Wel is er op dit moment een redelijk plan te lezen op de website van AB'90. Daarin is in ieder geval het draagvlak-onderzoek van deze partij verwerkt. Een onderzoek dat uitgebreider zou moeten worden uitgevoerd door het gemeentebestuur.
Helaas zal dat onderzoek er wel niet komen. Uit een betrouwbare, maar niet nader te vermelden bron ontving ik deze week de letterlijke tekst van een brief van alle betrokken partijen (lees stichtingsbesturen en management) van een nieuw te bouwen brede school. Het betreft een schrijven waarmee invloed uitgeoefend moet worden op de besluitvorming van de leden van de gemeenteraad voor de vergadering van 6 september 2007. De exacte tekst luidt:
"Geachte leden van de gemeenteraad,
Het bestuur en management van:
- De stichting openbaar onderwijs A-73
- De stichting primair onderwijs Peelraam
- De stichting voor KO en BSO Ikke
- Kwartet stichting peuterspeelzalen Mill en St. Hubert
Gehoord de commissievergadering op 21 augustus j.l.
Geven u graag het volgende in overweging mee voor het overleg van de gemeenteraad op 6 september aanstaande.
- De bij de vorming van de brede school betrokken partijen ondersteunen unaniem de voorgestelde vorming van een brede school en de voorkeur voor de gekozen locatie.
- Er is de afgelopen periode in vele overleggen in de stuurgroep en binnen de organisaties zelf een toekomstvisie en bereidheid tot intensieve samenwerking ontstaan die we graag realiseren op 1 locatie.
- Door onderlinge afstemming van onze werkzaamheden en gezamenlijk benutten van accommodaties wordt de kwaliteit van de opvang van kinderen van 0 tot 12 en op deze locatie tot ca. 16 jaar sterk verbeterd.
- Tevens zijn aantrekkelijke combinaties met de sportvoorzieningen voor o.a. Buitenschoolse opvang en (buiten)schoolse activiteiten voor alle kinderen mogelijk.
Draagvlak.
Tijdens de commissievergadering bleek het aanwezig zijn van draagvlak een belangrijk onderdeel van de vragen en discussie. Draagvlak voor de vorming van een brede school en huisvesten van deze in een multifunctionele accommodatie is voor alle betrokkenen van groot belang. Aan draagvlak is de afgelopen periode door alle betrokken partijen, onder leiding van de wethouder, in de stuurgroep zeer hard gewerkt. In plaats van draagvlak kan misschien beter gesproken worden van "draagvlakken" . Hier mee wordt beter duidelijk dat er sprake moet zijn van draagvlak bij meerdere partijen die allemaal hun eigen afwegingen en belangen hebben, de verschillende stichtingen, ouders, personeel, omgeving, toekomstige klanten, gemeenteraad etc. Tevens kan draagvlakken gezien worden als een werkwoord. Aan draagvlak werk je, binnen alle organisaties door mensen bij overleggen te betrekken en hun argumenten en belangen in de besluitvorming mee te nemen. Dit vereist een zorgvuldig proces en dit is voor het bestuur en management van de deelnemende stichtingen het dagelijkse werk. Het meten van draagvlak bij mensen die nog niet goed geïnformeerd zijn of er minder bij zijn betrokken wil je met name dan als je iets bij voorbaat niet door wilt laten gaan. Dat is niet onze intentie en naar we aannemen ook niet die van de gemeenteraad.
Het werken aan draagvlak en het proces t.a.v. Advies en instemming bij belangrijke besluiten is de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van elke stichting afzonderlijk. Uitgebreide wetgeving zoals voor het onderwijs (WMS) en reglementen worden hierbij gevolgd. Dit is waar met name de beide onderwijsstichtingen in de stuurgroep wethouder Wijdeven en ICS-adviseurs op attent maakten toen de vraag naar draagvlak vanuit de Raad aan de orde kwam. Het bevoegd gezag van de stichtingen is vertegenwoordigd in de stuurgroep, zij vertegenwoordigen formeel de organisatie in het geheel. Bij de wethouder en het bestuur en management van de organisaties staan bij beleidvorming en besluiten uiteraard de belangen van de ouders en kinderen en personeel, huidige en toekomstige, centraal. Gezien de unanimiteit binnen de stuurgroep t.a.v. De voorgestelde plannen en draagvlak binnen onze organisaties is er sprake van een groot draagvlak bij, de voor besluitvorming relevante en voor de realisatie verantwoordelijke, partijen.
In de hoop dat u het standpunt van ondergetekenden wilt betrekken in uw besluitvorming,
Hoogachtend,
Drs J.T.J. Bouwhuis namens Stichting openbaar onderwijs A-73
Dhr. L. Van der Mark namens Stichting Primair Onderwijs Peelraam
Mevr. M. Moors namens IKKE Stichting Kinderopvang Mill
Dhr. H.P.W.M. Strik namens Stichting Thuiszorg Brabant Noordoost
Mevrouw C. Van Leeuwen namens Kwartet Stichting Peuterspeelzalen Mill en St. Hubert"
Formeel lijkt dit op een correcte uitvoering en uitkomst van een inspraakprocedure. Maar de vraag is: Bent u hierover wel goed geïnformeerd? Hebt u uw stem hierover kunnen uiten? Oftwel: Wat vinden de ouders van Mill nu echt van één groot onderwijscomplex aan de Langenboomseweg?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten